Area of Interest: Diverse communication settings
Skills: Speaking
Competences: Discourse competence
Age Bracket: 0 – 5
Time Commitment: Under 30 minutes
Affordability: €
Materials:
Een raam met een duidelijk zicht naar buiten (als je geen dingen op het raam van het klaslokaal kunt plakken, kun je een stuk blauw papier knippen en dat met magneten op het whiteboard plakken),
Basissymbolen voor het weer, getekend of afgedrukt op kaarten (zon, wolken, regen, sneeuw, enz.),
Plakband of magneten voor het whiteboard,
(Optioneel) Eenvoudige seizoensgerelateerde rekwisieten (zonnebrillen, handschoenen, seizoensfruit, vakantiedecoraties).
Expert recommendations:
Deze dagelijkse routineactiviteit helpt zeer jonge kinderen bij het leren van weer-woordenschat en basisuitdrukkingen in de minderheidstaal, terwijl het leren van de taal wordt gekoppeld aan hun directe omgeving. De activiteit kan thuis of in een voorschoolse educatieve omgeving worden gedaan.
Zoals bij alle routineactiviteiten raden we aan de taal eenvoudig en consequent te houden en elke dag dezelfde zinnen te gebruiken. Deze activiteit is ideaal voor kinderen van 3-5 jaar. Als je voor kleinere kinderen zorgt, is het gemakkelijker om de routine te volgen wanneer het kind aankomt (bv. wanneer je hun jas of rugzak uitpakt), tijdens deze periode kun je de weer-gerelateerde woorden benadrukken met gebaren en geluiden.
Available Languages:
The Weather WindowStap 1: Voorbereiding (op een moment voordat de kinderen arriveren)
- Kies een plek voor het “weer-raam” op kinderhoogte in de buurt van een echt raam
- Print, knip en lamineer eenvoudige weersymbolen die je gemakkelijk kunt bevestigen en verwijderen
- Plaats seizoensgebonden rekwisieten in de buurt (als je ze gebruikt)
Stap 2: Het weer ‘s ochtends controleren (elke dag 5-10 minuten)
- Verzamel kinderen bij het raam, idealiter elke dag op hetzelfde tijdstip om je te helpen je routine in de klas te versterken.
- Samen naar buiten kijken
- Gebruik eenvoudige zinnen in de minderheidstaal zoals “Laten we eens naar het weer kijken” of “Wat is er vandaag buiten?”.
- Wijs naar de lucht, wolken, zon of regen als dit te zien is
- Zeg de weer-woorden duidelijk voor in de minderheidstaal
Stap 3: Interactieve elementen
- Laat de kinderen bijpassend weer aanwijzen op hun “weer-raam”.
- Stimuleer oudere kinderen (3-5) om het juiste symbool op het scherm te plaatsen.
- Gebruik eenvoudige vragen zoals “Is het koud buiten?” met overdreven gebaren
- Maak bewegingen die passen bij het weer (springen als regendruppels, zweven als sneeuwvlokken)
Stap 5: Uitbreidingsactiviteiten (optioneel, voor 3-5 jaar)
- Als je tijd hebt, kun je deze activiteit uitbreiden met spel en beweging:
- Doen alsof met dingen die met het weer te maken hebben (denkbeeldige regenlaarzen of zonnebrillen aantrekken, denkbeeldige paraplu’s openen of een denkbeeldig ijsje eten)
- Kleding afstemmen op het weer (gebruik vragen als “Wat dragen we als het koud is?” of “Wie heeft er vandaag een muts meegenomen?”)
- Weergeluiden maken (kletterende vingers voor regen, suizende geluiden voor wind, enz.)