OWL+

Ownership and Leadership: Pathway for (Endangered) Languages’ Use in School

De Smaak van mijn Stad 2


Area of Interest: Diverse communication settings

Skills: Speaking

Competences:

Age Bracket: 11 – 15

Time Commitment: 30 – 60 minutes

Affordability:

Materials:

Posters geproduceerd voor activiteit E10. Als voorbeeld leveren we enkele posters van de reclamecampagne van de gemeente Miranda do Douro voor het Festival dos Sabores Mirandeses (gastronomische en ambachtelijke beurs) die tussen 2015 en 2019 op de sociale netwerken van de gemeente zijn gepubliceerd.
Leerlingen moeten hun dagelijkse lesmateriaal meenemen: potloden, pennen, notitieblok en idealiter hebben ze toegang tot internet, hetzij op computers (één per groep) of met persoonlijke mobiele telefoons.

Expert recommendations:

Zoals hierboven vermeld, kunnen posters (sommige) het startpunt zijn voor het benaderen van een bredere culturele inhoud, afhankelijk van het niveau waaraan gewerkt wordt, de leeftijd van de leerlingen en de context van de klas. Posters kunnen ook worden gebruikt om het lexicon of de kennis over voeding te verdiepen (posters kunnen bijvoorbeeld worden gebruikt als inleiding op het mediterrane dieet) of als startpunt voor gezonde/traditionele voeding.
We herhalen dat het misschien niet gemakkelijk is om deze activiteit aan te passen aan andere gebieden waar andere minderheidstalen worden gesproken, maar veel/sommige posters kunnen zeker worden aangepast en er zal altijd redactiewerk moeten worden verricht door de leerkracht en de leerlingen.

Available Languages:

The taste of my town 2

Deze oefening is een uitbreiding van oefening E010, met een verandering in het doelpubliek (hier jongere leerlingen) en enkele van de doelstellingen. Zoals reeds vermeld, illustreren de posters een situatie van een beroemd persoon (gemakkelijk herkenbaar voor de leerlingen), op nationaal of internationaal niveau, die samenkomt in een situatie waarin ze hun wens uitdrukken om de stad te bezoeken tijdens het Festival. Alle dialogen hebben een humoristische component en woorden die te maken hebben met (in dit geval traditioneel Mirandees) eten. 

  1. De leerkracht moet de posters kiezen die hij/zij in de les wil gebruiken; hij/zij moet die posters kiezen waarvan hij/zij denkt dat ze het makkelijker maken om de woordenschat van de leerlingen uit te breiden en/of interactie uit te lokken bij de leerlingen, en ook posters die kunnen helpen bij het maken van nieuwe posters.
  2. De leerkracht verdeelt de klas in groepen (3/4 leerlingen per groep) en deelt 3 of 4 posters uit aan elke groep, waarbij hij het doel van de activiteit uitlegt (de personages identificeren, de woorden – gerelateerd aan eten – die ze niet herkennen, om ze later aan de klas te presenteren en als motto te gebruiken voor het maken van andere posters). (10′)
  3. Leerlingen identificeren de personages op de poster (eventueel met hulp van de leerkracht) en noemen de woorden die ze niet kennen, vooral die woorden die met eten te maken hebben; (15′)
  4. Ze proberen de betekenis van onbekende woorden te vinden (idealiter online, in een woordenboek of corpus) en noteren deze in hun notitieboek; (15′)
  5. De leerlingen presenteren de posters van hun groep aan de rest van de klas, leggen de situatie uit en nemen eventuele twijfels over de woordenschat van hun klasgenoten weg. (20′)
  6. [Mogelijk 2e les of huiswerk] (60′)

Afhankelijk van de groep leerlingen kan de leerkracht hen vragen om een deel van het werk als huiswerk te maken of, als ze zich realiseren dat ze niet veel autonomie hebben en meer ondersteuning nodig hebben, kunnen ze het in de klas doen.

In dit geval heb je één computer met een internetverbinding per groep nodig.

  1. De leerlingen zoeken (nog steeds in groepjes) op het internet naar afbeeldingen van beroemde mensen in situaties die gebruikt kunnen worden als poster en construeren de te gebruiken dialogen. Dit is een ambitieuze taak waar misschien niet alle leerlingen op voorbereid zijn of toe in staat zijn – het is aanbevolen dat de leerkracht het werk nauwlettend volgt en enkele afbeeldingen klaar heeft die gebruikt kunnen worden als de leerlingen niet in staat zijn om het werk te doen. (35′)
  2. De leerlingen presenteren hun werk aan de groep en geven commentaar op de situaties, de woordenschat en alles wat ze nodig achten (25′).