OWL+

Ownership and Leadership: Pathway for (Endangered) Languages’ Use in School

Taalleren door een Kunstworkshop


Area of Interest: Diverse communication settings

Skills: Listening

Competences: Social competence

Age Bracket: 11 – 15

Time Commitment: Over 60 minutes

Affordability: €€

Materials:

Woordenboeken
Lijm, schaar, papier, een stuk karton, hout of iets dergelijks
Verfkleuren
Kleurpotloden, penseel
Toegang tot een buitenruimte waar ze bladeren, takjes, stenen, mos enz. kunnen verzamelen.
Garen, draad, touw of iets dergelijks

Expert recommendations:

Available Languages:

Learning language by art workshop

Het doel van de activiteit is dat de leerlingen hun woordenschat vergroten en zich beginnen uit te drukken in eenvoudige en/of langere zinnen. De nadruk ligt hierbij op de mondelinge taal. De activiteit kan worden aangepast aan het taalniveau van de leerlingen.

In deze activiteit leren de leerlingen termen en/of zinnen door te knutselen. Leerkrachten kunnen het thema van tevoren bepalen of de leerlingen laten deelnemen aan de keuze van het thema.  

Een alternatief is dat de leerlingen een schilderij maken als hun kunstwerk. De andere optie is dat de leerlingen, door middel van hun creativiteit en wensen, kiezen welke materialen ze willen gebruiken en dit vervolgens presenteren.  

De taken kunnen worden aangepast aan het taalniveau van de leerlingen.  Het doel is om nieuwe woorden, termen en zinnen te leren door middel van kunst. Ook leren ze spreken en presenteren aan het publiek in de minderheidstaal. Daarnaast moeten ze zich richten op uitspraak. 

De materiaalkeuze kan variëren op basis van de wensen van de leerlingen en waar de school toegang toe heeft. We raden aan om in de natuur te zoeken, die rijk is aan verschillende materialen. Dit is vooral een leuke activiteit in de herfst, maar kan natuurlijk het hele jaar door gedaan worden.

Deze activiteit kan in één les worden gedaan of worden opgedeeld in twee lessen, waarbij de leerkracht in de eerste les kan beschrijven wat ze gaan doen, waarna materiaal verzameld kan worden in de natuur. In de volgende les kunnen ze beginnen met de kunstwerken en eventueel beginnen met presentaties van de kunstwerken. 

We stellen voor om deze activiteit uit te voeren tijdens twee lessen, waarbij men in de eerste les de materialen verzamelt en voorbereidt (droogt), en in de tweede les met de materialen werkt en met woorden, termen en zinnen voor de presentatie. 

 

Stap 1: Voorbereiding

In de eerste les presenteert de leerkracht de activiteit aan de leerlingen. Als de leerkracht ervoor kiest om alleen verf, kleurpotloden enz. te gebruiken, is er geen grote voorbereiding nodig. Als de leerlingen naar buiten gaan om materiaal in het bos/natuur te verzamelen, is er meer tijd nodig. Als de materialen moeten drogen, moet dit tijdens de eerste les voorbereid worden. 

 

Stap 2: Het kunstwerk maken

In de tweede les maken de leerlingen elk hun eigen kunstwerk met de materialen die ze verzameld hebben. Hier kunnen de leerlingen hun creativiteit en verbeelding gebruiken. Ze kunnen bijvoorbeeld materialen zoals bladeren, takjes, stenen, gras, mos enz. op een bord of papier plakken of de materialen gewoon aan elkaar plakken. Dit is een leuke activiteit om te doen in de herfst wanneer er veel mooie kleuren in de natuur zijn. 

  

Stap 3: De  voorbereiden 

Na het maken van hun kunstwerk moeten de leerlingen beginnen met het voorbereiden van hun presentatie van het kunstwerk. De inhoud van de presentaties kan gaan over het kunstwerk dat ze hebben gemaakt, de materiaalkeuze, wat het kunstwerk moet voorstellen, het idee achter het kunstwerk, enz. Nadat de leerling zijn/haar presentatie heeft gegeven, kunnen de leerkracht en/of klasgenoten vragen stellen.