OWL+

Ownership and Leadership: Pathway for (Endangered) Languages’ Use in School

Zwart, Grijs en Wit


Area of Interest: Diverse communication settings

Skills: Writing

Competences:

Age Bracket: 6 – 10

Time Commitment: Under 30 minutes

Affordability:

Materials:

Kopie van de oefeningen “Negro, cinzento e branco” uit het Mirandese boekje “Daprender mirandés ye ua brincadeira” (of, idealiter, een kopie van het boekje) van Julanda Delgado.
Studenten moeten hun dagelijkse lesmaterialen bij zich hebben: potloden, pennen, papier/schriften en ook kleurpotloden/krijtjes/waterverf.

Expert recommendations:

Afhankelijk van de doelstellingen en de beschikbare tijd kan de leerkracht de leerlingen laten begrijpen hoe grijs wordt verkregen (een mengsel van wit en zwart) of hoe een andere kleur lichter/donkerder wordt gemaakt – door wit of zwart toe te voegen. Ze kunnen de leerlingen ook laten begrijpen wat het resultaat is van het mengen van bepaalde kleuren (bijvoorbeeld geel en rood = oranje, … ).
Deze oefening kan worden gebruikt om de studie/het leren van kleuren te beginnen, en in latere lessen kan het worden voortgezet met de andere bestaande kleuren.
Deze oefening kan gemakkelijk gebruikt worden in elke context en met elke minderheidstaal.

Available Languages:

Black, Grey and White

Deze oefening maakt deel uit van boekje nr. 2 “Daprender mirandês ye ua brincadeira” van Julanda Delgado.

  • De leerkracht begint met het presenteren van de oefening en maakt de doelstellingen duidelijk (vergeet niet dat we te maken hebben met zeer jonge leerlingen, met alle gevolgen van dien voor de motivatie en het vasthouden van de concentratie).
  • In interactie met de klas kan de leerkracht een overzicht geven van alle voorwerpen/dieren in de oefening en hun kleuren (vergeet niet dat we, gezien de leeftijd van de leerlingen, te maken kunnen hebben met een groep met een zeer lage leesvaardigheid) (15min)
  • Vraag de leerlingen om in hun schrift andere illustraties te tekenen van dieren/voorwerpen die zwart, grijs of wit zijn en deze te schilderen met de materialen die voor de les zijn gekozen – kleurpotloden, aquarelverf, krijtjes (als ze geen andere dieren/voorwerpen kunnen vinden, kunnen ze een paar van de dieren/voorwerpen uit de oefening tekenen) (15min)
  • De leerlingen kunnen (afhankelijk van de context en de bedoeling van de leerkracht) de naam van het voorwerp/dier naast elk van hen schrijven, evenals de naam van de kleur. (5min)