Area of Interest: Traditional knowledge
Skills: Writing
Competences: Social competence
Age Bracket: 6 – 10
Time Commitment: Over 60 minutes
Affordability: €€
Materials:
Notitieboekjes,
Geluidsopnameapparaat (optioneel – zie “Dataverzameling 3” voor meer informatie),
Kunstbenodigdheden (papier, kleurpotloden, krijtjes),
Eenvoudige muziekinstrumenten indien beschikbaar (trommels, shakers, etc.)
Expert recommendations:
Deze activiteit brengt kinderen in contact met oudere moedertaalsprekers van de minderheidstaal door het verzamelen en leren van traditionele slaapliedjes. Slaapliedjes worden vaak generaties lang bewaard en bevatten belangrijke culturele elementen, waardoor ze waardevol zijn voor taaloverdracht. De activiteit versterkt zowel de taalkundige als culturele banden tussen generaties.
Richt je bij jongere leerlingen (6-7 jaar) meer op het zingen en tekenen. Oudere leerlingen (8-10 jaar) kunnen zich meer bezighouden met het opschrijven van teksten en het leren over de betekenis van traditionele woorden en zinnen. De aanwezigheid van oudere moedertaalsprekers zorgt voor authentieke taalmodellen en creëert zinvolle verbindingen tussen generaties.
Available Languages:
Singing LullabiesStap 1: Voorbereiding (een paar weken van tevoren)
- Neem contact op met lokale ouderen die de moedertaal van de minderheid spreken en nodig hen uit om over traditionele slaapliedjes te vertellen. Idealiter komen ze persoonlijk naar de school, maar je kunt de activiteit ook zo aanpassen dat ze via een videogesprek kunnen deelnemen.
- Vraag je leerlingen om met hun grootouders of oudere familieleden te praten over slaapliedjes die ze zich herinneren uit hun kindertijd. Deze slaapliedjes hoeven niet per se uit de regionale context te komen. Dit is een kans voor de leerlingen om contact te leggen met hun familie en anekdotes te delen met de rest van de klas, dus slaapliedjes uit andere regio’s en landen zijn ook welkom.
- Als extra optie kunnen leerlingen hun ouders om hulp vragen om op te nemen hoe hun familieleden deze slaapliedjes zingen.
Stap 2: Dag 1 – Klassenbezoek (60 minuten)
- Nodig 2-3 oudere moedertaalsprekers uit in de klas
- Elke oudere deelt 1-2 slaapliedjes die ze zich herinneren uit hun kindertijd
- Terwijl ze over elk slaapliedje vertellen, leggen ze uit wanneer ze het hebben geleerd, wie het voor hen heeft gezongen, wat de woorden betekenen en of er speciale herinneringen aan het liedje zijn. Als leerkracht kun je de leerlingen aanmoedigen om vragen te stellen en nieuwe woorden te herhalen die tijdens het bezoek naar voren komen. De aanwezigheid van de ouderen kan een goede gelegenheid zijn om de uitspraak en prosodie te oefenen.
- Leerlingen maken een “creatief antwoord” op de slaapliedjes, afhankelijk van hun taalvaardigheid. Als ze bijvoorbeeld nog maar net beginnen met het leren van de minderheidstaal, kunnen ze een tekening maken die geïnspireerd is op hun favoriete slaapliedje. Als ze verder gevorderd zijn, kun je ze vragen hun eigen versje te schrijven met een eenvoudig rijmpje.
Stap 3: Huiswerk – Familieband
- Leerlingen delen hun creatieve reactie met hun familie en leggen uit wat ze hebben geleerd tijdens het bezoek aan de klas. Ze vragen ouders of grootouders of het slaapliedje herinneringen oproept, of dat er woorden zijn die ze niet kenden.
- Nogmaals, afhankelijk van het competentieniveau van de leerlingen, kies je hoe je wilt dat ze deze herinneringen en verhalen vastleggen. Leerlingen op beginnersniveau kunnen in de nationale taal schrijven en een lijst bijhouden van de nieuwe woorden die ze hebben geleerd. Meer gevorderde leerlingen kunnen direct in de minderheidstaal schrijven, of ze kunnen hun creatieve reactie uitbreiden, geïnspireerd door de verhalen van hun eigen familie.
Stap 4: Dag 2 – Vervolgles (30 minuten)
- Leerlingen delen om de beurt hun creatieve antwoorden en verhalen met de rest van de klas.
- Sluit het project af door de nieuwe woorden en zinnen die de klas geleerd heeft te benadrukken en moedig de leerlingen aan om een aantal van deze woorden in een zin te gebruiken.
- Verzamel de tekeningen, woordenlijsten, composities en ander werk van je leerlingen. Als je tijd hebt, verzamel ze dan in een boek of een poster om met de ouderen te delen en de klas te versieren.