OWL+

Ownership and Leadership: Pathway for (Endangered) Languages’ Use in School

De Boom Beschrijven


Area of Interest: Traditional knowledge

Skills: Speaking

Competences: Discourse competence

Age Bracket: 11 – 15

Time Commitment: 30 – 60 minutes

Affordability:

Materials:

Als de activiteit als excursie wordt gedaan (aanbevolen): Schoenen en kleding die geschikt zijn voor buitenactiviteiten

Als de activiteit in de klas wordt gedaan: foto’s van een of meer bomen, van dichtbij en veraf

Expert recommendations:

Available Languages:

Describing the Tree

In deze les gaan de leerlingen praten en/of schrijven over een object in hun omgeving – als voorbeeld is hier gekozen voor een boom. Het doel is om woordenschat op te bouwen en vertrouwen te krijgen in het gebruik van taal. De activiteit is flexibel en kan worden aangepast aan verschillende vaardigheidsniveaus. Leerlingen op het meest basale niveau kunnen een fysieke beschrijving van de boom geven. Met een sterkere taalvaardigheid kunnen de leerlingen proberen de ecologische rol en het traditionele gebruik (functie, eigenschappen, processen) van de boom te bespreken. De activiteit is dus ook geschikt om de leerlingen in contact te brengen met hun omgeving en met traditionele kennis.

Stap 1: Voorbereiding

De leerkracht informeert de leerlingen en bereidt de excursie in het bos/park voor. Dit wordt gedaan om de verwachtingen en voorkennis van de leerlingen te activeren en hun aandacht te richten op de doelen van de activiteit. 

Optioneel: instellen van taalzones in het bos 

De leerkracht en de leerlingen kunnen op voorhand afspreken dat alleen de minderheidstaal gebruikt mag worden in het bos, of er kan een kleiner gebied afgebakend worden als zone voor het gebruik van een aanvullende taal, waar de leerkracht kan helpen bij het vinden van woorden en uitdrukkingen. 

Optioneel: binnen 

De activiteit kan ook in de klas worden uitgevoerd als een excursie niet haalbaar is. 

 

Stap 2: Gesprek in/over het bos 

Vorm een kring en ga een gesprek aan. De leerkracht moet voorbereid zijn om deel te nemen en te helpen bij het vinden van de woorden en zinnen. 

Leerlingen kunnen zich op verschillende niveaus bevinden, maar door te focussen op een bekend voorwerp wordt het gesprek mogelijk. Leerlingen op een lager niveau zullen leren van de meer ervaren leerlingen en de meer ervaren leerlingen kunnen vertrouwen opbouwen en streven naar een hogere beheersing. 

Op het basisniveau worden fundamentele woorden en eenvoudige zinnen ondersteund door observatie van een concreet en vertrouwd object. Leerlingen met een hogere taalvaardigheid kunnen worden aangemoedigd om complexere zinnen te gebruiken, diepere kennis, complexe relaties en processen uit te drukken en te putten uit een bredere context. Dit bouwt taalvaardigheden op voor het individu en de groep en nodigt ook uit tot reflectie over de culturele en sociale context. We stellen hier twee reeksen vragen voor: de ecologische en de traditionele context. 

 

Basisniveau: fysieke beschrijving van de boom 

  • Grootte, kleur, geur, het aantal takken, het oppervlak van schors en bladeren, hoe het aanvoelt, enz.
  • Vergelijking met andere bomen. Gesprek over welke andere bomen we in onze buurt hebben: namen van de verschillende bomen en soorten bomen/bossen 
  • Gesprek over bijvoeglijke naamwoorden als groot/klein, breed/smal, jong/oud, verschillende kleuren en tinten. 

 

Gevorderd niveau 1: ecologische context, processen en samenhang 

  • Wat heeft een boom nodig om te bestaan? 
  • Wat levert de boom op voor het bestaan van anderen? 
  • Hoe groeit, sterft, ontbindt en plant een boom zich voort? 
  • Wat is het verband tussen de boom en de vogels en dieren in dit gebied? 
  • Wat is de rol van bomen en bossen in het wereldklimaat? 

 

Gevorderd niveau 2: traditionele context, processen en samenhang 

  • Hoe kan deze (soort) boom als materiaal worden gebruikt? 
  • Hoe zijn de specifieke eigenschappen geschikt voor een bepaald (traditioneel) gebruik? 
  • Hoe zou je het hout, de schors, de sappen of de bladeren gebruiken, traditioneel of vernieuwend? 
  • Kun je processen en activiteiten beschrijven om deze hulpbronnen te oogsten en te verfijnen? Voor welk werk of welke producten kan men de boom gebruiken? 

 

Stap 3: De les afsluiten 

Laat de leerlingen kort presenteren wat ze gehoord, gezien of gedacht hebben. De leerkracht kan vragen stellen over wat ze tijdens de les hebben verteld. Hebben ze nieuwe woorden geleerd of concepten ontwikkeld over ecologie of traditie? 

Bij het verlaten van het bos kunnen de studenten nadenken over hoe men het bos zou moeten verlaten, als een manier om zichzelf te centreren, de sessie af te sluiten en zich voor te bereiden op het opnieuw betreden van de school.